Bartonella

Bartonellose/kattenkrabziekte in het kort

  • Infectieziekte door een beet of krab van een kat, of contact met speeksel van een kat (zoals lik) rond mond, neus, ogen of open wondjes. Mogelijk ook door een tekenbeet, want de bacterie is ook aangetoond in teken.
  • Zo’n 22% van de katten draagt deze bacterie, zij besmetten elkaar onderling via vlooien.
  • Incubatietijd tot symptomen: 3-21 dagen.
  • Symptomen bij typisch verloop: één of meer knobbeltjes/blaasjes op de huid bij de plek van de krab of beet, koorts en langdurig (maanden) gezwollen lymfeklieren.
  • Veelvoorkomende symptomen bij atypisch (bij 5-14%) c.q. ernstiger verloop: oogontstekingen bij contact met/rond de ogen, koorts, ontstekingen van lever en milt, spier-, gewrichts- en botpijn, ontstekingen aan het hart, huiduitslag (kan lijken op striae), neurologische en neuropsychiatrische symptomen.
  • Kattenkrabziekte kan vanzelf overgaan (vooral bij typisch verloop), maar kan ook aanhouden of ernstig verlopen met een risico op overlijden bij mensen met een niet goed functionerend immuunsysteem.
  • Het wordt behandeld met antibiotica of combinaties van antibiotica, soms langdurig.

Atypisch lijkt bij 5-20%, dat is behoorlijk wat voor een ziekte die door iedere huisarts als onschuldig zijnde wordt weggewuifd. En dat is niet per see bij immuungecompromitteerden.

Bartonella

We besteden aandacht aan Bartonellose omdat het net als de ziekte van Lyme een zoönose is, omdat het symptomen kan geven die op de ziekte van Lyme lijken, en als co-infectie bij Lymepatiënten tot extra ziektelast kan leiden.

Wat is Bartonella?

Bartonella is een heel kleine bacterie die intracellulair in cellen van bloedvaten en in rode bloedcellen leeft. Er zijn twee genotypen van Bartonella, waarbij genotype 1 vaker voorkomt bij mensen met kattenkrabziekte. Er zijn meer dan 30 soorten Bartonella. De huidige RIVM-richtlijn richt zich vooral op Bartonellose als gevolg van een kattenkrab [1]. Bartonella werd pas in 1992 voor het eerst onder de microscoop gezien. Het wordt gezien als een ‘stealth bacterie’, is moeilijk te detecteren, isoleren en groeit langzaam, waardoor kweek eveneens lastig is.
De bekendste en meest bestudeerde soorten binnen het geslacht Bartonella zijn Bartonella henselae, Bartonella quintana en Bartonella bacilliformis. Bartonella interfereert met celdood en verstopt zich in rode bloedcellen, graast de nutriënten van rode bloedcellen wat tot bloedarmoede leidt, en sommige celwandeiwitten zijn endotoxines [2].

Vroege symptomen

Het begint vaak met een huidinfectie met één of meerdere knobbeltjes (2-3 mm) op de huid in de buurt van de krab of beet. Dit worden al snel blaasjes met na enkele dagen een korstje erop. Hierna verdwijnen de plekjes weer. Soms wordt dit niet eens gemerkt. Na ongeveer twee weken kunnen de lymfeklieren groot en pijnlijk worden (lymfeklierontsteking of lymfadenitis), vooral rond hoofd, nek en armen. Er kan zich in de lymfeklier een abces vormen.

Wanneer er echter contact met speeksel of de beet of krab in het oog is opgelopen, kan er een fikse ontsteking van de slijmvliezen rond het oog optreden. Soms leidt dit tevens tot een ontsteking van de lymfeklier bij het oog, waardoor een abces kan ontstaan. Deze lymfeklierontsteking kan weken tot maanden aanhouden (gemiddeld 6 weken), maar verdwijnt uiteindelijk in het geheel spontaan.

Bij 1/3 van de patiënten gaat de ziekte in de eerste dagen tot weken gepaard met koorts, hoofdpijn en algemeen ziek-zijn. Een ongewone uitslag die lijkt op zwangerschapstrepen kan optreden [1,3]. Keelpijn (tonsilitis) wordt ook genoemd [10, 12].

Ernstiger verloop

Standaard medische tekstboeken beschrijven kattenkrabziekte als een ‘zelf-limiterende ziekte’, wat betekent dat het uit zichzelf over zou moeten gaan. Recent bewijs in de wetenschappelijke literatuur geeft aan dat tussen de 5-20% van de geïnfecteerden een ernstiger verloop van de ziekte hebben dan voorheen erkend werd. Dat is behoorlijk wat voor een ziekte die door iedere huisarts als onschuldig zijnde wordt weggewuifd.

Symptomen kunnen een reeks van complicaties geven die resulteren in een chronische multi-systeem ziekte. Bij langdurige (chronische) infectie kan de ziekte zich auto-immuun gaan gedragen en een auto-immuun ziektebeeld geven.

Hersenvliesontsteking

Bij 2% van de patiënten kan de ziekte leiden tot een hersenvliesontsteking, waarbij een verlaagd bewustzijn of zelfs coma en stuipen/convulsies en niet-epileptische aanvallen kunnen optreden [1, 13]. Het treedt zo'n 2-6 weken na lymfadenopathie (vergrote lymfeklieren) op [13].

Terugval

Patiënten kunnen een terugval krijgen, omdat Bartonella zich periodiek terugtrekt in rode bloedcellen, die een beschermende omgeving voor Bartonella bacteriën vormen, en daarna weer verspreiden in andere weefsels.

Symptomen bij ernstiger verloop

Ernstiger oogontstekingen zijn een rood oog (ontstekingen van de oogslijmvliezen; follicular conjunctivitis) en ontstekingen van de oogzenuwen (neuroretenitis) [18].

Sommige neurologische symptomen bij ernstiger verloop zijn wazig zien, doof gevoel in armen en benen, geheugenverlies, evenwichtsproblemen, hoofdpijnen, instabiliteit met lopen, en beven. In een review artikel over 40 (!) jaar publicaties worden spierzwakte, spiertrekkingen, aangezichtsverlamming, uitstralende zenuwpijn, radiculaire pijn, schietende pijn, slaperigheid, verlies van zicht of delen van het zicht, verlammingen en uitvalsverschijnselen, maagklachten en misselijkheid, gezwollen/ontstoken lever en/of milt, verandering in darmfuctie en longontsteking genoemd [10].

Ook hartruis of hartklepproblemen [8] worden beschreven alsook vasculitis (met name bij het hart - endocarditis) [11]. Ook buikpijn en pijn in de onderbuik [15] komen voor.

Bartonellose kan ook psychiatrische manifestaties geven [3, 15], zoals psychotische klachten, desorientatie en verdwalen, moeite met woorden vinden [15].

Atypische symptomen en symptomen bij verminderde weerstand

Atypische kattenkrabziekte

Atypische kattenkrabziekte komt voor bij 5-14% van de patiënten, waarbij de meeste patiënten ernstige symptomen hebben die passen bij een gedissemineerde (verspreide) infectie [1]. Purpura [12] en vaatproliferatie met bloedbaren (bacillaire angiomatosis) [17] , spierpijn en gewrichtspijn komen voor als atypisch [16]. De CDC noemt langerdurende koorts, oogslijmvlies en oogzenuwonstekingen, encephalitis, botontstekingen en infectie van lever en/of mild als atypisch [19] (zie ook 'Ernstiger verloop').

Verminderde weerstand

Bij mensen met een verminderde weerstand verloopt de ziekte vaak ernstiger. Hierbij wordt in eerste instantie vaak knobbeltjes en bloedingen in de huid, lever en milt gevonden. Deze kunnen met koorts en algemeen ziek zijn gepaard gaan en soms zelfs tot de dood leiden [1]. De bacterie kan ogen, hart, centraal zenuwstelsel infecteren [4]. Afasie (verworven taalstoornis) wordt genoemd [9].

Overdracht en reservoir

  • Kattenkrabziekte: Bartonella henselae

Uit onderzoek is gebleken dat 22% van de Nederlandse katten de bacterie in het bloed heeft en dat ongeveer de helft van de onderzochte katten antistoffen heeft tegen Bartonella henselae. Dit betekent dat ze de bacterie een keer in hun leven in het bloed gehad hebben.

Katten kunnen elkaar onderling via vlooien besmetten. Het is niet duidelijk of de mens ook via een vlo besmet kan worden. Wel is zeker dat de mens besmet wordt met B. henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat.

Oogslijmvliezen kunnen besmet worden door een lik van een kat rondom de ogen, of het wrijven in de ogen na het aaien van een besmette kat [10, 13]. Zo'n 5-10% van de mensen met oculaire Bartonellose heeft in het verleden geen contact met katten gehad [10]. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen.

Hygiëne na een beet of krab (wassen van de huid, wonddesinfectie en wondverzorging) is belangrijk. Verder is het goed om vlooien bij katten te bestrijden. Mensen met een verminderde weerstand kunnen beter niet met (jonge, speelse) katten omgaan [3].

  • Bartonella in het algemeen

Bartonella soorten komen voor in vlooien, luizen, teken, en kunnen ook worden overgedragen door vlooien, zandvliegen, luizen, besmette naalden, mieren, muggen, oogstmijten, dazen, schurftmijten, stofmijten en luizen etende spinnen [3,4].

Er is discussie of Bartonella ook door teken wordt overgebracht.

Het vermoeden bestaat dat de door teken overgebrachte Bartonella mogelijk door een andere onbekende stam van Bartonella wordt veroorzaakt. Dit verklaart ook dat deze variant vaak niet door de testen wordt herkend. Onder andere Bartonella schoenbuchii is een mogelijke kandidaat [5].

Ondanks dat er bewijs is dat Bartonella overgebracht kan worden met een transfusie met besmet bloed, wordt er niet standaard op getest. Ook is er medische literatuur over mogelijke overdracht van moeder naar kind tijdens de zwangerschap [4].

Diagnostiek

Testen op Bartonella kan lastig zijn omdat de bacterie zich verstopt kan hebben in weefsels waardoor het relatief onzichtbaar is voor het immuunsysteem. Er kan op de bacterie getest worden met IFA, serologische, cellulaire en PCR testen, en met kweek.

Zie onze website voor laboratoria in binnen- en buitenland en kijk per lab welke testen ze aanbieden voor Bartonella: Lijst met laboratoria.

Behandeling

Behandeling is afhankelijk welke soort Bartonella gevonden is bij een patient. Macroliden en Tetracyclines worden gegeven, maar voor immuungecompromitteerden worden ook bijvoorbeeld gentamicyne, ciprofloxacin en rifampicin ingezet [6].

Toekomstig onderzoek

Onderzoek naar Bartonella blijft evolueren, omdat wetenschappers proberen de complexe interactie tussen deze bacteriën en hun gastheren te begrijpen. Het begrijpen van de pathogenese, de transmissieroutes en de immuunrespons op Bartonella-infecties is cruciaal voor het ontwikkelen van effectievere diagnostische methoden en behandelingen in de toekomst. Onderzoek naar de prevalentie van Bartonella (hoe vaak mensen blijvende klachten door Bartonella hebben) en de interactie met de ziekte van Lyme is nodig [7].

De ziekte kan onder de radar aanwezig zijn. Zo rapporteert een Franse studie van mei 2024 over een patient met Long-Covid die genas door de co-infectie met Bartonella te behandelen. De studie concludeert: 'This case underscores the relevance of clinical metagenomics in diagnosing hidden infections. Post-COVID symptoms warrant thorough investigation, and bartonellosis should be considered in polyadenopathy cases, regardless of a recent history of cat or flea exposures.’ [14].

Daarnaast is het belangrijk om de bewustwording over Bartonella-infecties te vergroten, zodat snellere diagnose en behandeling mogelijk worden, waardoor complicaties en langdurige gevolgen voor de patiënten kunnen worden verminderd.

Referenties

[1] RIVM publieksinformatie: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/bartonella-henselae-infectie

[2] What is Bartonellosis? - News Medical

[3] Bartonella: A Lyme Disease Co-infection - Lymedisease.org

[4] Bartonella - The Stealth Pathogen That Can Be “Seen” Without a Microscope - Global Lyme Alliance - 2022

[5] Lyme Co-infecties - Lymevereniging

[6] Rolain JM, Brouqui P, Koehler JE, Maguina C, Dolan MJ, Raoult D (2004). "Recommendations for treatment of human infections caused by Bartonella species". Antimicrob. Agents Chemother. 48 (6): 1921–33. doi:10.1128/AAC.48.6.1921-1933.2004. PMC 415619. PMID 15155180.

[7] Kennisagenda NVI - bijdrage Lymevereniging en Stichting Tekenbeetziekten 2021

[8] Mazur-Melewska K, Mania A, Kemnitz P, Figlerowicz M, Służewski W. Cat-scratch disease: a wide spectrum of clinical pictures. Postepy Dermatol Alergol. 2015 Jun;32(3):216-20. doi: 10.5114/pdia.2014.44014. Epub 2015 Jun 15. PMID: 26161064; PMCID: PMC4495109.

[9] Marienfeld CB, Dicapua DB, Sze GK, Goldstein JM. Expressive aphasia as a presentation of encephalitis with Bartonella henselae infection in an immunocompetent adult. Yale J Biol Med. 2010 Jun;83(2):67-71. PMID: 20589186; PMCID: PMC2892771.

[10] Jurja S, Stroe AZ, Pundiche MB, Docu Axelerad S, Mateescu G, Micu AO, Popescu R, Oltean A, Docu Axelerad A. The Clinical Profile of Cat-Scratch Disease's Neuro-Ophthalmological Effects. Brain Sci. 2022 Feb 4;12(2):217. doi: 10.3390/brainsci12020217. PMID: 35203980; PMCID: PMC8870711.

[11] Beydon M, Rodriguez C, Karras A, Cez A, Rafat C, Jourde-Chiche N, Fain O, Philipponnet C, Puéchal X, Dossier A, Dupin N, Levy D, Aureau I, Guillevin L, Terrier B; French Vasculitis Study Group (FVSG). Bartonella and Coxiella infections presenting as systemic vasculitis: case series and review of literature. Rheumatology (Oxford). 2022 May 30;61(6):2609-2618.doi: 10.1093/rheumatology/keab691. PMID: 34500468.

[12] Edward Bealmear Breitschwerdt, Bartonellosis: One Health Perspectives for an Emerging Infectious Disease, ILAR Journal, Volume 55, Issue 1, 2014, Pages 46–58, https://doi.org/10.1093/ilar/ilu015

[13] Pathogen Safety Data Sheet Bartonella Hensalea, Canada Government (geraadpleegd 16 januari 2025)

[14] Aubry A, Corvilain E, Ghelfenstein-Ferreira T, Camelena F, Meignin V, Berçot B, Le Goff J, Salmona M. Unmasking Bartonella henselae infection in the shadows of long COVID thanks to clinical metagenomics. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2024 May;43(5):1025-1029. doi: 10.1007/s10096-024-04801-2. Epub 2024 Mar 12. PMID: 38472519.

[15] Bush JC, Robveille C, Maggi RG, Breitschwerdt EB. Neurobartonelloses: emerging from obscurity!Parasit Vectors. 2024 Oct 5;17(1):416.doi: 10.1186/s13071-024-06491-3. PMID: 39369199; PMCID: PMC11452993.

[16] Angelakis, E., Raoult, D., Pathogenicity and treatment of Bartonella infections, International Journal of Antimicrobial Agents, Volume 44, Issue 1, 2014, Pages 16-25, ISSN 0924-8579, https://doi.org/10.1016/j.ijantimicag.2014.04.006

[17] https://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/btxt/BacillaireAngiomatosis.htm (geraadpleegd 17 jan 2025)

[18] Eyewiki, neuroretinitis (geraadpleegd 17 jan 2025)

[19] https://wwwnc.cdc.gov/travel/yellowbook/2024/infections-diseases/bartonella-infections

Laatst gewijzigd: 22 jan. 2025