Het teken-encefalitisvirus (TBE-virus) is een virusinfectie die je door een tekenbeet kan oplopen. Deze tekenbeetziekte kan ernstige hersenontsteking (encefalitis) veroorzaken. Het TBE-virus is nieuw in Nederland, komt nog heel weinig voor, maar het aantal mensen dat deze ziekte oploopt neemt toe in zowel Nederland als de rest van Europa.
In het Engels wordt de ziekte Tick-Borne Encephalitis (TBE) genoemd en in het Duits Frühsommer Meningoenzephalitis (FSME).
Het TBE-virus bevindt zich in het speeksel van een besmette teek. Als je door deze teek gebeten wordt, vindt besmetting daarom al binnen enkele minuten via de speekseloverdracht plaats. Hierdoor is het onvermijdelijk dat je bij de tekenbeet het virus oploopt.
Dit verschilt van de ziekte van Lyme waarbij het risico op besmetting toeneemt naarmate een met de Lyme-bacterie besmette teek langer (van enkele uren tot dagen) in de huid zit vastgebeten. Bij de ziekte van Lyme verklein je het risico door de teek op de juiste manier en snel te verwijderen.
Het TBE-virus kan door teken in alle levensstadia worden overgebracht: teken-larven (0,5-1 mm), teken-nimfen (1-1,5 mm) en volwassen teken (3-10 mm). Lees hier meer over de teek.
Hoewel TBE in de meeste gevallen door een tekenbeet wordt veroorzaakt, kan de inname van besmette rauwe melkproducten uit risicogebieden soms ook tot TBE leiden. Ook zijn incidentele gevallen beschreven van besmetting via bloedtransfusies, via orgaantransplantaties en bij slagers na het slachten van besmette geiten.
Voor alle tekenbeetziekten geldt: probeer een tekenbeet te voorkomen! Neem voorzorgsmaatregelen bij verblijf in de natuur! In gebieden waar dit virus heerst laten mensen zich inenten. Je leest onderaan deze pagina meer over het vaccin.
Hieronder zie je een kort overzicht van de belangrijkste verschillen tussen TBE en de ziekte van Lyme.
In Nederland komt TBE weinig voor. In 2020 waren er 5 patiënten ziek geworden door het TBE-virus in Nederland. In de jaren daarvoor ging het om 1-2 patiënten per jaar (2016-2019). In België liep in 2018 de eerste persoon TBE op als gevolg van een tekenbeet in België. Er zijn ieder jaar Nederlanders die TBE oplopen tijdens hun zomervakantie in bijvoorbeeld Zuid-Duitsland, Oostenrijk of Zweden.
De kans op een infectie na een tekenbeet is in Nederland zeer klein, omdat er slechts zeer weinig teken besmet zijn met het TBE-virus. In gebieden waar het TBE-virus gevonden is, waren ongeveer 1 op 1500 teken besmet met dit virus. Dat is veel minder dan de borrelia-bacterie, die ongeveer in één op de vijf teken gevonden wordt.
Aangezien er in Nederland, in tegenstelling tot veel andere landen, (nog) geen nationale meldingsplicht voor deze ziekte geldt, zal het werkelijke aantal besmettingen vermoedelijk hoger zijn dan de enkele gevallen per jaar die nu worden gemeld.
Het RIVM houdt momenteel wel bij hoeveel mensen ernstig ziek worden van een in Nederland opgelopen infectie met het TBE-virus, waar het virus is aangetoond in teken of wilde dieren, en waar antistoffen tegen het virus zijn aangetoond in wilde dieren. Dit wordt aangegeven op onderstaande afbeelding, die dateert van 2024.
Het TBE-virus is een virus dat doorgaans niet gelijkmatig verdeeld over een groot gebied voorkomt, maar kleinschalig in zogenoemde 'haarden'. Het virus komt hier vermoedelijk terecht via trekvogels, en lijkt zich dan in deze haarden permanent te vestigen.
In Midden-, Oost- en Noord-Europa en delen van Rusland en Azië is de ziekte al veel langer bekend en heeft het een significante impact op de volksgezondheid. In Midden-Europa varieert het aantal met TBE besmette teken gemiddeld van minder dan 0,1 tot 5%. Net als andere tekenbeetziekten komt ook TBE steeds vaker voor. Het aantal teken en zoogdieren dat het virus bij zich draagt neemt toe en het virus breidt zich uit naar steeds meer landen en regio’s.
In de risicogebieden van Europa (waarover onder aan deze pagina meer) is het aantal mensen bij wie TBE is vastgesteld in de laatste 30 jaar zelfs verviervoudigd.
Er zijn verschillende subtypen van het TBE-virus. Wij hebben hier te maken met het Europese subtype, dat voorkomt in West- en Midden-Europa en wordt overgedragen door de Ixodes ricinus teek (schapenteek of gewone teek). Dit is de meest voorkomende teek in Nederland. Het Europese subtype is daarnaast ook aangetroffen in de Dermacentor teek en de Haemaphysalis teek.
In Rusland en het Verre Oosten komen subtypen voor die door de Ixodes persulcatus teek worden overgedragen. Dit zijn het Siberische subtype en het Far Eastern subtype. Hiervan is het Far Eastern subtype van het TBE-virus het meest ernstig met een sterfterisico van 5 tot 35%.
De gebieden hebben enige overlap waar de verschillende tekensoorten en subtypen van het TBE-virus naast elkaar voorkomen. We beperken onze informatie hier tot de Europese variant.
De symptomen van TBE verschillen per persoon in ernst en duur: van geen of milde tot zeer ernstige symptomen en van kortdurend tot chronisch. Patiënten met zeer ernstige symptomen kunnen aan TBE overlijden, maar dit is zeldzaam (1 tot 2% van de patiënten).
Het merendeel van de mensen krijgt geen of slechts milde symptomen. Echter, bij 1 op de 3 kan het ziektebeeld zich in twee fasen ontwikkelen:
Deze fase kenmerkt zich, net als bij veel andere tekenbeetziekten, door griepachtige verschijnselen die 2 tot 28 dagen (meestal 7 tot 14 dagen) na de beet ontstaan. Bij infectie door inname van besmette rauwe melkproducten treden de symptomen sneller op. De symptomen van de eerste fase houden 2 tot 10 dagen aan en kunnen onder meer zijn:
Bij een klein deel van de patiënten ontwikkelt de ziekte zich verder naar een tweede fase. Na 1 tot 21 dagen (gemiddeld een week) zonder klachten, ontstaat opnieuw koorts en wordt het centraal zenuwstelsel geīnfecteerd. Er kunnen hersenvliesontsteking (meningitis), hersenontsteking (encefalitis), een ontsteking van het ruggenmerg (myelitis), of combinaties hiervan ontstaan. Hiervoor is ziekenhuisopname nodig. Als gevolg van deze ontstekingen kunnen de volgende klachten ontstaan:
Een verhoogd risico op een ernstig verloop is gerelateerd aan leeftijd (boven de 50 jaar neemt het risico toe) en geslacht (bij mannen verloopt de infectie vaker ernstiger dan bij vrouwen). Daarnaast kun je bij een tekenbeet meerdere infecties tegelijk oplopen. Als TBE tegelijk optreedt met de ziekte van Lyme, kan het verloop ernstiger zijn.
Tot bijna de helft van de patiënten houdt na het doormaken van de ernstige tweede fase van TBE langdurige of blijvende neurologische klachten en beperkingen. Dit wordt een post-encefalitisch syndroom genoemd.
De chronische klachten variëren van persoon tot persoon in ernst en duur. Alle bovengenoemde symptomen (met uitzondering van de koorts) kunnen aanhouden, waaronder ook ernstige verlammingen.
Veel van deze patiënten ervaren een slechte kwaliteit van leven. Met langdurige (neuro)revalidatie, fysiotherapie en logopedie kunnen sommige klachten bij een deel van de patiënten verbeteren.
Voor klachten die langer aanhouden dan een jaar geldt een slechte prognose. Schade opgelopen door encefalitis valt onder de noemer Niet-aangeboren Hersenletsel (NAH).
De diagnose van TBE is erg lastig en het komt, net als bij de ziekte van Lyme, regelmatig voor dat er alleen sprake is van een waarschijnlijkheidsdiagnose in plaats van een bevestigde/bewezen diagnose. De diagnose moet worden gebaseerd op het complete beeld van verblijf in de natuur in gebieden waar het virus heerst, opgelopen tekenbeten of consumptie van rauwe melkproducten, symptomen, en tests op bloed en hersenvocht (ontstekingsaanwijzingen, (toename van) antistoffen en PCR).
Het TBE-virus komt in Nederland heel weinig voor en de eerdergenoemde symptomen kunnen ook bij andere ziekten optreden, ze zijn niet specifiek voor TBE. Mede hierdoor is het herkennen van symptomen en het stellen van de diagnose voor artsen lastig, ook al omdat 30 tot 60% van de patiënten de tekenbeet niet heeft opgemerkt.
Voor de eerste fase van de ziekte wordt gebruik gemaakt van PCR voor het direct aantonen van aanwezigheid (RNA) van het virus in bloed en lumbaalvocht. Deze test kan bij het Erasmus MC (afdeling Virologie). Aanwezigheid van het virus kan doorgaans alleen worden aangetoond tijdens de eerste ('viremische') fase van de ziekte. Want tijdens de tweede fase is het virus meestal niet meer direct aantoonbaar. Al zijn er wel patiënten bekend waarbij een PCR op urine positief was tijdens de tweede fase. Een negatieve PCR testuitslag sluit de ziekte niet uit.
Voor de tweede fase worden antistoffentests (IgM en IgG) gebruikt op bloed en lumbaalvocht. Het kan 3 tot 6 weken duren voordat er voldoende antistoffen zijn aangemaakt om door de tests gemeten te kunnen worden. Daarom zijn antistoffentests doorgaans niet geschikt voor de eerste fase van de ziekte. Wel kan er door meerdere metingen te doen, zowel in eerste als tweede fase, een eventuele stijging in antistoffen worden aangetoond. Ook bij deze test sluit een negatieve uitslag de ziekte niet uit, maar ook een positieve uitslag toont niet met zekerheid aan dat je TBE hebt. Er worden normaalgesproken als eerste IgM antistoffen gevormd, en even later ook IgG antistoffen. De IgM antistoffen verdwijnen weer relatief snel, de IgG antistoffen blijven gewoonlijk levenslang in je lichaam aanwezig.
Bij de antistoffentests zijn kruisreacties mogelijk met andere infecties uit dezelfde virusfamilie, waaronder gelekoortsvirus, denguevirus (knokkelkoorts), westnijlvirus en zikavirus. Wat betekent dat een postieve uitslag niet per see betekent dat je antistoffen hebt tegen het TBE-virus, het kunnen ook antistoffen zijn tegen één van deze andere virussen. Ook kan er op basis van aanwezigheid van IgG antistoffen geen onderscheid worden gemaakt tussen een patiënt met een actieve infectie, een doorgemaakte infectie of een vaccinatie.
Testen op antistoffen tegen het TBE-virus kan binnen Nederland alleen bij het Erasmus MC (afdeling Virologie), het RIVM-IDS (aanvraagformulier) of het Radboud UMC. Testaanvragen gaan via de huisarts of het ziekenhuis. Meer info: https://www.rivm.nl/tekenencefalitis/diagnostiek-tickborne-encephalitis-virus
Bij zowel het TBE-virus als de ziekte van Lyme kan de infectie zich bij een klein deel van de patiënten uitbreiden naar het centraal zenuwstelsel waardoor ernstige neurologische symptomen ontstaan. Beide infecties kunnen dan leiden tot hersenontsteking, hersenvliesontsteking en ontsteking van het ruggenmerg. En bij beide kunnen verlammingen optreden. Bij de ziekte van Lyme wordt de infectie van het zenuwstelsel neuroborreliose genoemd.
Een deel van de symptomen van TBE is neuropsychiatrisch en vertoont overeenkomsten met encefalopathie ten gevolge van de ziekte van Lyme, lees hier meer over neuropsychiatrische klachten en lyme-encefalopathie.
Er zijn ook verschillen tussen TBE en neuroborreliose die kunnen helpen bij de diagnose. Zo komen bij TBE acute verslechtering en hoge koorts vaak voor terwijl dit bij neuroborreliose niet veel gebeurt. Bij volwassenen met neuroborreliose staat juist een pijnlijke ontsteking van een zenuwwortel (radiculitis) met uitstralende pijn in been of arm vaak op de voorgrond (wat kan voelen als hernia, ischias of carpaal tunnel syndroom). Met daarbij vaak tintelingen, dove plekken, prikkelingen en een brandend gevoel. Bij kinderen met neuroborreliose komt deze ontsteking van een zenuwwortel minder vaak voor. Bij hen komen aangezichtsverlamming en hersenvliesontsteking vaker voor. Lees hier meer over neuroborreliose.
Helaas bestaat er op dit moment geen behandeling voor het TBE-virus als je de infectie hebt opgelopen. Antibiotica hebben geen effect bij virussen, je eigen afweersysteem moet het virus bestrijden. De symptomen kunnen enigszins worden verzacht met bijvoorbeeld pijnstillers. Bij ernstige symptomen moet je worden opgenomen in het ziekenhuis.
Nadat je het TBE-virus hebt gehad, blijven IgG antistoffen gewoonlijk levenslang in je lichaam aanwezig. Er treedt dan natuurlijke immuniteit op. Er zijn geen mensen bekend die het virus opnieuw hebben gekregen, wat ook aan het feit kan liggen dat er weinig onderzoek naar gedaan wordt.
Vaccinatie is de belangrijkste manier om TBE te voorkomen. In landen waar TBE veel voorkomt, wordt op grote schaal tegen deze ziekte gevaccineerd.
In Nederland wordt vaccinatie aanbevolen voor mensen die zeer intensief en langdurig buiten in de natuur werken in een risicogebied, zoals de Sallandse en Utrechtse heuvelrug.
Verder wordt aanbevolen om vaccinatie te overwegen als je op reis gaat naar landen/gebieden buiten Nederland (zoals op vakantie) waar TBE veel voorkomt en je daarbij in de natuur verblijft. Bij temperaturen vanaf 5°C zijn teken actief.
Ga naar www.lcr.nl of www.ggdreisvaccinaties.nl voor alle informatie, kosten en persoonlijk advies. Ook als je in een risicogebied woont kan je hier terecht voor vaccinatie. Bekijk op www.rivm.nl/tekenencefalitis de actuele risicogebieden in Nederland.
Er bestaan twee vaccins tegen het TBE-virus, deze vaccins bieden 95 tot 100% bescherming. Bij het vaccin dat in Nederland beschikbaar is (FSME-Immun van Pfizer, ontwikkeld door Baxter) bestaat het volledige inentingsprogramma uit 3 doses verspreid over minimaal 6 tot maximaal 15 maanden. Een eerste boosterprik na 3 jaar en daarna om de (meestal) 5 jaar, zorgt voor blijvende bescherming.
Als reisvaccinatie kunnen vaak de eerste 2 prikken vóór de reis genomen worden en dan na een half jaar de derde. Begin minimaal 5-8 weken vóór je reis! In andere landen wordt ook het Encepur vaccin (van GlaxoSmithKline) gebruikt.
De TBE/FSME-vaccins bieden bescherming tegen alle subtypen van het TBE-virus. Het beschermt niet tegen andere tekenbeetziekten, zoals de ziekte van Lyme. Lees hier meer over de ontwikkeling van vaccins tegen de ziekte van Lyme.
Als recreant in de natuur of als groenwerker loop je verhoogd risico op een tekenbeet. Neem altijd preventieve maatregelen!
Op onderstaande risicokaart ziet u de situatie voor 2022 in Duitsland. In Duitsland bestaat het risico op TBE-infectie vooral in Beieren en Baden-Württemberg, in het zuiden van Hessen, in het zuidoosten van Thüringen, in Saksen en, sinds 2022, in het zuidoosten van Brandenburg. Individuele risicogebieden bevinden zich ook in Midden-Hessen, Saarland, Rijnland-Palts, Nedersaksen en Noord-Rijnland-Westfalen. Inmiddels zijn er drie nieuwe risicogebieden bijgekomen, die allemaal grenzen aan bekende risicogebieden. In Saksen-Anhalt wordt een tweede risicogebied toegevoegd: Anhalt-Bitterfeld. In Beieren worden de risicogebieden Fürstenfeldbruck en München toegevoegd. Dit betekent dat momenteel 178 districten zijn aangewezen als TBE-risicogebied. In 2022 werden in totaal 546 TBE-ziekten gemeld die voldeden aan de referentiedefinitie van de RKI (per 16 januari 2023). Dit komt overeen met een stijging van 30% vergeleken met het voorgaande jaar (421 TBE-ziekten). De meerderheid (98%) van de in 2022 gemelde TBE-patiënten was helemaal niet of onvoldoende gevaccineerd.
Bron: www.zecken.de/de/neue-fsme-risikogebiete
In Zwitserland is TBE/FSME een meldingsplichtige ziekte. Het FSME-virus verspreid zich daar snel: werden er in 2016 nog 200 gevallen gemeld, in 2018 waren dat er al 377.
In Frankrijk zijn tussen mei 2021 en mei 2023 totaal 71 gevallen van TBE/FSME geregistreerd. (30 in 2021, 36 in 2022 en 5 in 2023.) Hiervan werden 61 in Frankrijk opgedaan en 10 in het buitenland. In 4 van de 71 gevallen betrof het kinderen van jonger dan 16 jaar. Van alle 71 gevallen is 94% in het ziekenhuis opgenomen geweest.
De Haute-Savoie is het district waar de meeste gevallen zijn gemeld, waarmee het de Elzas van de troon heeft gestoten. Maar ook opletten in Auvergne-Rhône Alpes en het zuiden van de Ardèche.
In Italië werden in 2023 totaal 49 gevallen van TBE gemeld. Verreweg het hoogste risico op een TBE-besmetting loop je in de regio Veneta. Maar in de hele noordoostelijke regio moet je extra op je hoede zijn.
Op onderstaande kaart uit 2021 wordt aangegeven in welke landen en gebieden in Europa je risico loopt op besmetting met het TBE-virus. De hoogte van het risico verschilt echter per land, per regio, per jaar en per tijd van het jaar. Het hoogste risico is van april tot november, omdat in die periode de meeste tekenbeten worden opgelopen. In Midden-Europa varieert het aantal met TBE besmette teken gemiddeld van minder dan 0,1 tot 5%. Daarbij bestaan er nog plaatselijke zogenoemde TBE-haarden waar het risico hoger is.
TBE-virus risicogebieden van Europa 2021
Op de kaart worden de volgende landen als risicogebied aangegeven (tussen haakjes het aantal gemelde gevallen per 100.000 inwoners in 2021 - van niet alle landen zijn deze data voorhanden - bron ECDC):
Het European Centre for Disease prevention and Control (ECDC) publiceert jaarlijks een epidemiologisch rapport van het aantal mensen dat TBE oploopt. De rapporten kun je hier bekijken.
Voor 2019 werd de volgende kaart samengesteld met in de donkerste gebieden het hoogste percentage TBE-patiënten:
Het aantal mensen met bevestigde TBE per 100.000 inwoners. 2019
Erika liep TBE op tijdens haar vakantie, thuis werd het erger en belandde ze zelfs in coma. Het virus heeft bij haar hersenletsel veroorzaakt, ze kampt nu 13 jaar later nog dagelijks met de gevolgen. Je leest hier haar verhaal.
Jaap liep in Zweden een tekenbeet op, toen hij zijn zicht verloor werd hij opgenomen in het ziekenhuis, waar hij 3 dagen later in coma raakte. De artsen dachten al snel aan een hersenvliesontsteking, later bleek het TBE te zijn. Na 6 maanden in coma is hij op 29 dec. 2017 aan TBE overleden. Nabestaanden van hem strijden om meer aandacht voor TBE, de gevolgen ervan en het voorkomen ervan, lees meer op defietsendevrienden.nl
Helmi liep TBE op in Nederland op de Sallandse Heuvelrug in 2017. Na een wandeling zag ze dat ze twee teken op haar been had. Een paar weken daarna wordt ze doodziek. De teek draagt het TBE-virus aan haar over met een hersenontsteking tot gevolg. Helmi zit jarenlang in een revalidatieproces. De oude Helmi zal ze nooit meer worden. Dagelijks strijdt ze met zichzelf, tussen acceptatie en meer willen. Haar verhaal moet gedeeld worden. Zoals ze zelf zegt: ‘om anderen te waarschuwen, TBE niet te onderschatten en om je te laten inenten.’ Lees het hele interview met Helmi op: https://defietsendevrienden.nl/2022/09/03/interview-met-tbe-patiente-helmi-hoogeveen/
Githa kreeg TBE door een tekenbeet: "Toen het virus mijn hersenen bereikte, werd de hoofdpijn zo intens dat ik dacht dat mijn hoofd zou ontploffen" - sciencenorway.no - 24 september 2024
Jaap (43) overleed na TBE tekenbeet in Zweden - The Nordic Dutchman - 30 mei 2023
Sluipmoordenaar in Zweden - De Telegraaf - 25 mei 2023
Pas op! Tekenbeet in omgeving Roggebot kán leiden tot hersen(vlies)ontsteking - de Drontenaar - 20 augusts 2021
Tekenziekte TBE bezig aan opmars in Nederland - Hart van Nederland - 24 mei 2021
Eerste patiënt met teken-encefalitis in Nederland aangetroffen, RIVM, 30-06-2016
We hebben e.e.a. samengevat in onderstaande infographic.
In onze webshop zijn (stapels) gratis folders te bestellen: Teken-encefaltis TBE/FSME: Wat is dat? We vragen alleen een bijdrage in de verzendkosten. In de folder wordt kort en krachtig uitgelegd wat TBE is en wat de verschillen zijn met de ziekte van Lyme. Deze folders mogen gebruikt worden om uit te delen en te verspreiden om meer aandacht voor deze ziekte te genereren!
Kom je in de natuur, neem dan altijd maatregelen om tekenbeten te voorkomen! Loop je ondanks dat toch een tekenbeet op verwijder deze dan op de correcte manier en zo snel mogelijk. In onze webshop zijn veilige tekenverwijderaars te koop.
Meer informatie over de ziekte van Lyme.
Meer informatie over andere door teken overdraagbare ziekten.
De Fietsende Vrienden fietsten van 21 aug. t/m 6 sept. 2022 de Tour de TBE. Een spectaculaire fietstocht van 1500 km van Swifterbant naar Stockholm. Dit deden ze om aandacht te vragen voor de tekenbeetziekte TBE, de gevolgen ervan en hoe je het kunt voorkomen. Het geweldige bedrag aan donaties en sponsorgelden voor deze tour kwam ten goede aan Stichting Tekenbeetziekten. Je leest er hier alles over. Voor nog meer over de Tour de TBE en over vriend Jaap die aan TBE overleed ga naar defietsendevrienden.nl
Wil je ook iets organiseren voor meer aandacht voor deze en andere tekenbeetziekten? Ga naar: Help Mee!.
Informatie van het RIVM.
www.rivm.nl/tekenencefalitis
www.rivm.nl/tekenencefalitis-nieuwe-ziekte-in-nederland
Uitgebreide informatie van het Robert Koch Instituut (het ‘Duitse RIVM’) met onder andere een kaart van het meest actuele risico op TBE (FSME) in Duitsland.
www.rki.de/DE/Content/InfAZ/F/FSME/FSME.html
Uitgebreide informatie van het ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control).
www.ecdc.europa.eu/en/tick-borne-encephalitis
Factsheet van het ECDC over TBE.
www.ecdc.europa.eu/en/tick-borne-encephalitis/facts/factsheet
Studie en rapport van de ECDC naar het opkomende TBE-virus in Nederland - de eerste twee endemische gevallen die zich in juli 2016 voordeden - in de context van een wijdverbreide en toenemende incidentie van de ziekte van Lyme.
www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/Lyme-TBE-Netherlands-emergency-preparedness-country-visit-report.pdf
Rijks JM, Montizaan MGE, Bakker N, et al. Tick-Borne Encephalitis Virus Antibodies in Roe Deer, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2019;25(2):342-345. doi:10.3201/eid2502.181386 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30666954/
Dekker M, Laverman GD, de Vries A, Reimerink J, Geeraedts F. Emergence of tick-borne encephalitis (TBE) in the Netherlands. Ticks Tick Borne Dis. 2019;10(1):176-179. doi:10.1016/j.ttbdis.2018.10.008 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30385073/
Vishal Hira, Johan H.J. Reimerink. Tekenencefalitis: een lastige diagnose. Ned Tijdschr Med Microbiol 2017;25:nr2:54-58 https://www.nvmm.nl/pdf/articles/14705/thema-zooenosen-tekenencefalitis.pdf
Jahfari S, de Vries A, Rijks JM, et al. Tick-Borne Encephalitis Virus in Ticks and Roe Deer, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2017;23(6):1028-1030. doi:10.3201/eid2306.161247 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28518024/
Weststrate AC, Knapen D, Laverman GD, et al. Increasing evidence of tick-borne encephalitis (TBE) virus transmission, the Netherlands, June 2016. Euro Surveill. 2017;22(11):30482. doi:10.2807/1560-7917.ES.2017.22.11.30482 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/28333618/
Esser HJ, Lim SM, de Vries A, et al. Continued Circulation of Tick-Borne Encephalitis Virus Variants and Detection of Novel Transmission Foci, the Netherlands [published online ahead of print, 2022 Oct 26]. Emerg Infect Dis. 2022;28(12):10.3201/eid2812.220552. doi:10.3201/eid2812.220552 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36288572/
Volledige tekst: https://wwwnc.cdc.gov/eid/article/28/12/22-0552_article
We hopen van harte dat je (een beetje) geholpen bent met onze informatie. Stichting Tekenbeetziekten is een ongesubsidieerde vrijwilligersorganisatie en deze website kan alleen maar bestaan bij gratie van donateurs. Jij kunt ervoor zorgen dat deze informatie betrouwbaar en up-to-date blijft door een kleine gift over te maken of ons te machtigen eens of tweemaal per jaar een vast bedrag van je bankrekening af te mogen schrijven. Waarvoor alvast veel dank.