Patiënt met humane babesiose voor het eerst gedocumenteerd in Nederland

19 augustus 2024
In september 2024 is onderstaand wetenschappelijk artikel gepubliceerd over een patiënt met ernstige babesiose door een tekenbeet die hij 2 maanden eerder rond zijn huis opliep. Hiermee is voor het eerst een patiënt in Nederland officieel beschreven. Wel was al eerder DNA van Babesia-soorten gerapporteerd in teken (3,5%) en in bloed van dieren en mensen; het is bekend dat deze parasiet in Nederland circuleert.

De schaarste aan beschreven babesia-patiënten kan worden verklaard door gebrek aan bewustzijn, te weinig aandacht in de klinische praktijk, onderdiagnose, verkeerde diagnose, vertraagde diagnose, of diagnose die pas na overlijden gesteld wordt. Er is overlap tussen Babesia en Plasmodium spp, de veroorzaker van malaria.

Van babesiose weten we dat het zeer ernstig kan verlopen bij mensen met verminderde weerstand waaronder in het bijzonder mensen zonder milt, zo ook bij de beschreven patiënt. De milt is een orgaan dat bij babesiose belangrijk is voor het klaren van de infectie door het verwijderen van de geïnfecteerde rode bloedcellen uit de bloedbaan.

Voor mensen met een goed werkend immuunsysteem verloopt babesiose doorgaans minder ernstig of met slechts milde of mogelijk zelfs zonder symptomen. Echter, ook bij babesiose geldt dat meerdere tekenbeetziekten tegelijk tot ernstiger ziekte kunnen leiden.

In het bloed van deze patiënt werden middels microscopie Babesia parasieten ontdekt, hij werd direct behandeld met bloedtransfusie en langdurig (in totaal 155 dagen) meerdere soorten antibiotica en antiparasitaire middelen, tot enige tijd nadat er geen Babesia-DNA meer in zijn bloed aantoonbaar was.

Om het huidige en lokale risico op humane babesiose te beoordelen, werden met een sleepnet teken gevangen zo’n 2-3,5 km rond zijn huis; een gebied waar onder meer ook reeën, damherten, runderen, paarden en bizons leven. De teken werden onderzocht op verschillende babesiasoorten, waarbij vooral Babesia venatorum werd gevonden in 0,7% van de teken. Deze bevinding is opmerkelijk, omdat in Europa de meeste beschreven babesiose-patiënten zijn veroorzaakt door B. divergens, en veel minder vaak door B. venatorum of B. microti.

Verschillende Babesia spp. zijn specifiek voor verschillende dierlijke reservoirs. Daarom kan het bepalen van infecterende Babesia soorten helpen bij het toewijzen van toezicht onder teken en specifieke dieren. Klimaatverandering, veranderingen in tekendichtheid en in het beheer van wilde dieren kunnen het risico op humane Babesiose vergroten, wat verdere surveillance rechtvaardigt.

Meer over babesiose: https://www.tekenbeetziekten.nl/de-teek-en-tekenbeetziekten/andere-tekenbeetziekten/babesia/

De volledige studie vindt je hier :

Autochthonous Human Babesiosis Caused by Babesia venatorum, the Netherlands
Spoorenberg N, Köhler CF, Vermeulen E, Jurriaans S, Cornelissen M, Persson KEM, et al. Autochthonous human babesiosis caused by Babesia venatorum, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2024 Sep [date cited]. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC11347003/

Een vertaling van de samenvatting:

Er werd ernstige babesiosis met 9,8% parasitemie gediagnosticeerd bij een patiënt in Nederland waarbij eerder de milt operatief was verwijderd. We bevestigden Babesia venatorum met behulp van PCR en sequencing. B. venatorum was ook de meest voorkomende soort in Ixodes ricinus teken die rondom het huis van de patiënt waren verzameld. Onze bevindingen vragen om bewustzijn voor ernstige babesiosis bij vergelijkbare patiënten.


Dr. Spoorenberg is infectioloog bij het Amsterdam UMC, dat onderdeel is van het Lymeziekte-expertisecentrum (NLe). Zij richt zich in haar onderzoek vooral op de klinische behandeling van infectieziekten.