Honden

De ziekte van Lyme bij honden

De ziekte van Lyme komt ook voor bij honden, en in mindere mate ook bij paarden, katten en vee. Daarentegen raken in het wild levende zoogdieren en vogels niet-waarneembaar geīnfecteerd en dienen als reservoir voor de Borrelia bacterie. De ziekte van Lyme speelt bij honden geen grote rol vergeleken met andere tekenbeetziekten. Sinds de jaren ’80 zien we een toename van het aantal Lyme-infecties bij zowel honden als mensen.

De veroorzaker

De veroorzaker van de ziekte van Lyme is de Borrelia bacterie. Deze wordt overgedragen door een beet van een geïnfecteerde teek. Algemeen wordt aangenomen dat de kans op besmetting laag is gedurende de eerste 12 uur van de beet, daarna loopt het risico op besmetting exponentieel op. Ook een sterke reactie van het immuunsysteem op de aanwezigheid van de bacterie, kan de ziekte veroorzaken.

Van onze sponsor

Beaphar Canishiel

Verschijnselen van de ziekte van Lyme

Bij honden beperkt de ziekte van Lyme zich meestal tot de gewrichten en veroorzaakt lusteloosheid. Ernstiger en zeldzamer zijn klachten aan het hart, de nieren en de hersenen.

Symptomen van de ziekte van Lyme bij honden

De ziekte van Lyme uit zich bij honden voornamelijk als acute of subacute artritis. De acute vorm kan voorbijgaand van aard zijn, maar kan in sommige gevallen ook terugkeren. Het dier vertoont plotselinge kreupelheid en soms tekenen van ernstige pijn; vaak zijn de gewrichten gezwollen, warm en pijnlijk bij passief bewegen. De kreupelheid ontstaat gemiddeld 2-5 maanden na een tekenbeet. Erythema Migrans (EM, ronde kring) wordt zelden gezien bij honden.

Een EM komt bij een hond maar zelden voor

Diagnose van de ziekte van Lyme

Antistoffen testen:
  • ELISA kan alleen gebruikt worden als de hond niet is gevaccineerd. Antilichamen kunnen na infectie pas na 4-6 weken worden aangetoond. De antilichamen nemen een aantal weken in aantal toe om vervolgens minimaal 18 maanden gelijk te blijven, als er tenminste niet opnieuw een infectie plaatsvindt.
  • Western blot kan antilichamen aantonen van de verschillende Borrelia bacteriën. De western blot kan onderscheid maken tussen honden die zijn geïnfecteerd of waren geïnfecteerd of zijn gevaccineerd. Deze test vindt ook de hond die zowel gevaccineerd als geïnfecteerd is.
Kweek
  • Kweken is de gouden standaard. Maar kweken neemt veel tijd in beslag en is erg duur. Kweken is zo moeilijk vanwege een gebrek aan de bacterie in de lichaamsvloeistoffen. Beter is een huidbiopt en het liefst van de tekenbeetplek.
Criteria om de ziekte van Lyme te diagnosticeren:
  • Geschiedenis van tekenblootstelling.
  • Typische klinische verschijnselen (kreupelheid met of zonder koorts).
  • Een positieve antistoffen test.
  • Een snelle reactie op behandeling met antibiotica.

Een diagnose gebaseerd op klinische symptomen is vaak nog twijfelachtig, want er zijn een aantal andere ziekten, zoals immuun–gemedieerde ziekten en reumatoïde artritis, die kreupelheid en pijn veroorzaken bij honden.

Een positieve antistoffentest alleen vertelt heel weinig. Veel honden met een hoge waarde hebben geen klinische symptomen. De aanwezigheid van een specifieke antistof (IgM) is een goede indicator van recente infecties, maar in geval van de ziekte van Lyme houden de IgM-antistoffen aan. De diagnose van de ziekte van Lyme wordt versterkt door een goede respons op behandeling met antibiotica, maar ook andere besmettelijke ziekten met verschijnselen als de ziekte van Lyme, zoals ehrlichiose, bartonellose, anaplasmose en rickettsiose reageren op antibiotica.

Niet één, maar héél veel teken in een hondenpoot

Behandeling van de ziekte van Lyme

Bij honden wordt de ziekte van Lyme met een antibioticum behandeld. Dit moet gedurende drie of vier weken gegeven worden. Hoewel een gunstig effect gezien kan worden na enkele dagen behandelen, moet de behandeling afgemaakt worden. De lange duur van de therapie wordt mede toegepast vanwege de zeer trage vermenigvuldigingsfactor van de Borrelia bacterie.

Prognose

Honden reageren heel goed op de antibioticabehandeling; ook bij een nieuwe behandeling die noodzakelijk is bij een terugval of herbesmetting. Volledig herstel is te verwachten bij de meerderheid van de honden. Sommige honden herstellen spontaan zonder een antibioticabehandeling.

Babesiose bij honden (ook wel piroplasmose genaamd)

De veroorzaker van babesiose is de eencellige parasiet Babesia canis.

De ziekte wordt overgedragen door een beet van een geïnfecteerde Dermacentor teek (zie afbeelding vrouwtje en mannetje). De bijnaam van deze teek is de 'hondenkiller' teek. Onbehandelde honden overlijden vrijwel allemaal aan deze ziekte. De afgelopen jaren is babesiose voorgekomen bij een aantal honden die niet buiten Nederland geweest waren.



Dermacentor teek, vrouwtje en mannetje

Babesiose is dus niet meer een ziekte die uitsluitend voorkomt bij honden van vakantiegangers naar Zuid-Europa. Het gevaar voor besmetting is in de Zuid-Europese landen vele malen groter dan in Nederland, maar ook besmetting in ons eigen land is mogelijk.

Ziekteverschijnselen van babesiose

Na besmetting zijn de eerste verschijnselen te verwachten na 2-4 weken. De parasieten nestelen zich in de rode bloedcellen, waardoor deze openbarsten (hemolyse). Honden met een Babesia-infectie ontwikkelen daardoor bloedarmoede.

Vroege symptomen bij babesiose:

  • Beschadiging van de rode bloedcellen veroorzaakt bloedarmoede met als gevolg bleke slijmvliezen.
  • De infectie veroorzaakt vaak hoge koorts.
  • Het kapotgaan van de rode bloedcellen heeft tot gevolg dat de rode bloedkleurstof (hemoglobine) vrij komt en dit veroorzaakt rode urine.
  • Sloomheid.

Bij het verdere verloop van de ziekte kunnen allerlei verschillende symptomen optreden, afhankelijk van de organen die beschadigd raken.


Diagnose van babesiose

De hierboven genoemde combinatie van verschijnselen maken dat je moet denken aan een Babesia-infectie, zeker wanneer de hond enkele weken daarvoor in een Zuid-Europees land geweest is.

De combinatie van verschijnselen kan echter ook door andere ziekten veroorzaakt worden. Een voorbeeld is Immuungemedieerde Hemolytische Anemie (IMHA). Verder onderzoek is dus nodig om vast te stellen of er werkelijk sprake is van babesiose, of dat er een andere oorzaak is.

  • In een bloeduitstrijkje zijn soms de parasieten zichtbaar, waarmee de diagnose direct vaststaat.
  • Een antistoffen test is een andere optie als op het bloeduitstrijkje niets te zien is.
  • De meest gevoelige test is de PCR.

Behandeling van babesiose

De behandeling bestaat uit 2 injecties van een anti-parasieten middel met een tussentijd van zo’n 10 dagen. In milde gevallen is dit voldoende. Vaak is de toestand van het dier ten gevolge van de bloedarmoede zo ernstig dat een bloedtransfusie noodzakelijk is.

Prognose bij babesiose

Als babesiose op tijd ontdekt wordt, kan het goed genezen worden. Bij niet tijdige behandeling is het sterftepercentage hoog. Als de hond de ziekte dan overleeft, blijven er helaas vaak chronische verschijnselen bestaan zoals:

  • Verhoogde hartslag
  • Opgezette lymfeklieren
  • Een vergrote milt
  • Onderhuidse bloedingen en bloedarmoede
  • Geelzucht
  • Zweren in de bek
  • Ademhalingsproblemen

Aan deze problemen overlijden alsnog veel honden.

Andere tekenbeetziekten

Teken kunnen ook andere of meerdere ziekteverwekkers naar honden overdragen, zoals Ehrlichia canis, Bartonella spp., Anaplasma phagocytophilum en Rickettsia rickettsi. Deze geven klachten die lijken op de ziekte van Lyme, zoals kreupelheid en artritis. Ook kan het TBE-virus overgedragen worden via teken. Voor een overzicht van de ziektes bij honden die door teken worden overgedragen kan men terecht bij de richtlijn van de ESCCAP (European Scientific Councel Companion Animal Parasites).

Niet alle van deze ziekteverwekkers worden overgedragen door de Ixodes ricinus teek (schapenteek) die in Nederland veel voorkomt. Ehrlichia wordt in Europa waarschijnlijk alleen overgedragen door Rhipicephalus sanguineus teken, die in het algemeen liever in Zuid en Oost Europa vertoeven en maar af en toe in Nederland aangetroffen worden.

Preventie

Maatregelen die helpen om tekenbeten en de ziekte van Lyme bij een hond te voorkomen:

Gebruik van tekenwerende middelen. Informeer bij uw dierenarts voor geschikte middelen, passend bij uw huisdier. Zowel natuurlijke manieren van preventie als andere middelen. Over gebruiksveiligheid van de verschillende middelen is ons niets bekend. Ons advies: lees altijd de bijsluiter, volg het advies voor het gebruik en de dosering en neem bij twijfel contact op met een dierenarts.
Doe een tekencheck en verwijder teken direct. Hiervoor zijn veilige tekenverwijderaars verkrijgbaar in onze webshop.

Vaccinatie van de hond: vaccinaties tegen de ziekte van Lyme bestaan, maar worden niet als de eerste mogelijkheid tot preventie gezien. Het gebruik van Borrelia vaccins is controversieel gezien de aanwezigheid van diverse Borrelia soorten in het veld, en het feit dat sommige vaccins alleen tegen Borrelia Burgdorferi s.s. bescherming bieden (dus niet tegen Borrelia Burgdorferi s.l.), er boosters nodig zijn om werkzaam te blijven en omdat de werking van de vaccins op verwachtingen is gebaseerd, maar niet daadwerkelijk bewezen. De WSAVA richtlijn raadt aan alleen te vaccineren bij honden die een hoog risico hebben op tekenbeten, die wonen in gebieden met veel teken of deze bezoeken, of waar de ziekte endemisch is (World Small Animal Veterinary Association, WSAVA, vaccinatie richtlijn, tabel p.17.)

Gespecialiseerde veterinaire laboratoria voor dieren

Veterinair Laboratorium Nederland

Een gespecialiseerd laboratorium voor dieren in Duitsland is Vetalab GmbH

Meer informatie

Petruccelli, A.; Ferrara, G.; Iovane, G.; Schettini, R.; Ciarcia, R.; Caputo, V.; Pompameo, M.; Pagnini, U.; Montagnaro, S. Seroprevalence of Ehrlichia spp., Anaplasma spp., Borrelia burgdorferi sensu lato, and Dirofilaria immitis in Stray Dogs, from 2016 to 2019, in Southern Italy. Animals 2021, 11, 9.
Een onderzoek onder 1.023 honden in de regio Campania in Zuid-Italië naar de aanwezigheid van verschillende door teken overgedragen bacteriën.

Laatst gewijzigd: 20 okt. 2024