In november 2014 verscheen een publicatie [1] van Gary Wormser, een man die door onze wetenschappelijke elite bij CBO, Gezondheidsraad en AMC op handen gedragen wordt gezien de gretigheid waarmee ze zijn publicaties citeren. Met zijn artikel probeert Wormser – zoals vaker – te ‘bewijzen’ dat persistentie van Borrelia [2] na antibiotica behandeling een fabeltje is.
Bij eerdere experimenten met o.a. muizen en resusapen bleek dat zelfs na langdurige antibioticabehandeling een beperkt aantal Bb’s de behandeling overleven en dat hun aantal na bijv. 1 jaar ook weer aanzienlijk kan toenemen. Er is discussie over de vraag in hoeverre deze persistente Borrelia’s verantwoordelijk zijn voor blijvende klachten van patiënten na AB behandeling. In IDSA kring wordt gesteld dat deze bevindingen niet relevant zijn, omdat de na AB behandeling resterende Bb’s niet gekweekt kunnen worden. Kweek is voor IDSA de ‘gouden standaard’. Dat is op zich al dubieus, want we weten dat diverse Borrelia soorten, vele andere spirocheten en verreweg de meeste bekende micro-organismen met de huidige technieken helemaal niet te kweken zijn.
Eén van de (minder gangbare) verklaringen voor het ‘niet kweekbaar’ zijn van persistente Borrelia’s is dat hun aantal in de gebruikte monsters te laag zou kunnen zijn. Hoewel je in theorie een kweek kunt starten met 1 spirocheet, is in de praktijk mogelijk een groter aantal nodig; bij het nemen van één klein monster uit een proefdier zou het aantal spirocheten dus te laag voor detectie kunnen zijn. In plaats van een klein monster wordt in dit onderzoek [1] daarom de ‘hele muis’ gebruikt. Via een dubieuze procedure stelden de onderzoekers vast dat na 5 dagen behandeling met ceftriaxon geen kweekbare spirocheten meer in de muizen aanwezig zijn. De procedure houdt o.a. in het fijnmalen van een groot deel van de behandelde muis en het besmetten van een andere muis met dit extract, waarna gekeken wordt of uit de tweede muis na fijnmalen Borrelia’s gekweekt kunnen worden – dat bleek mogelijk bij de controles maar niet bij de met AB behandelde muizen. Conclusie van de onderzoekers: “Our findings further document the effectiveness of antibiotic therapy in eradicating cultivable cells of B. burgdorferi, irrespective of tissue or organ site”.
Het enige wat dit artikel bewijst is, evenals vele eerdere publicaties, dat Wormser niks snapt van wetenschappelijk onderzoek. Je kunt niet bewijzen dat iets ‘niet bestaat’ zoals hij feitelijk probeert te doen met zijn onderzoek – helemaal niet als je onderzoek ook nog in allerlei opzichten fout opgezet en vooringenomen is (iets waarop Wormser patent lijkt te hebben) en in tegenspraak met de resultaten van andere – veel degelijker – onderzoeken. Het artikel dient dus vooral om weer eens twijfel te zaaien over persistentie van Borrelia. En dus maken de onderzoekers alvast hun intentie kenbaar om in de toekomst nog meer muizen te gaan fijnmalen ter ondersteuning van hun opinie dat persistentie van Bb niet bestaat of niet relevant is. Dit is ‘junk science’ van de ergste soort en verspilling van belastinggeld. Helaas krijgen deze heren vanwege hun bias veel makkelijker geld voor nieuw onderzoek dan wie wél begrijpt hoe je goed onderzoek moet doen :-(.
Wie zich wil verdiepen in de echte feiten én onzekerheden rondom Borrelia persistentie kan ik de presentaties van het symposium bij de Amerikaanse CDC afgelopen mei aanraden [2]. Voor de goede orde: de CDC organiseerde dit overleg tussen wetenschappers (na enige druk) maar wil geen standpunt over de inhoud innemen.
(N.H., september 2014)
We hopen van harte dat je (een beetje) geholpen bent met onze informatie. Stichting Tekenbeetziekten is een ongesubsidieerde vrijwilligersorganisatie en deze website kan alleen maar bestaan bij gratie van donateurs. Jij kunt ervoor zorgen dat deze informatie betrouwbaar en up-to-date blijft door een kleine gift over te maken of ons te machtigen eens of tweemaal per jaar een vast bedrag van je bankrekening af te mogen schrijven. Waarvoor alvast veel dank.